Het moet geen poëzie zijn

Het moet geen poëzie zijn.

Dat zei een nieuwe klant plots tijdens een briefing voor een schrijfopdracht die absoluut niets met poëzie te maken had. Hij meende het. Hij had op internet gezien dat ik ook proza en poëzie schrijf, en was oprecht bang dat ik zijn bedrijf in dichtvorm zou aanprijzen.

Ik maakte me er met een grapje en mijn meest charmante glimlach vanaf. Maar de man had iets in mij getriggerd. Iets dat al een tijdje sluimerde. Om nog maar te zwijgen van de latente onzekerheid die ik in die eerste maanden van mijn carrière als copywriter voortdurend voelde.

“Ik kreeg zowaar het gevoel dat ik me haast moest schamen voor mijn grote passie.”

Toen ik in de herfst van 2013 mijn eerste stappen als zelfstandig copywriter zette – stappen die toen als een enorme sprong aanvoelden – kreeg ik verschillende signalen uit mijn omgeving die impliceerden dat ik vooral niets mocht zeggen over het feit dat ik schrijver ben. Toen ik trots mijn eerste visitekaartje toonde, waarop te lezen stond dat ik ook proza en poëzie schrijf, raadde een vriendin me aan om dat vooral niet te doen. Het kwam immers niet professioneel over.

Ik kreeg zowaar het gevoel dat ik me haast moest schamen voor mijn grote passie. Nu lach ik daarmee, maar anno 2013 bezorgde het me een kleine identiteitscrisis.

“Voor mij is schrijven een serieuze zaak, geen veredelde hobby.”

Al snel besefte ik dat dit alles te maken heeft met hoe sommige mensen naar schrijven kijken: een hobby, een folieke, iets wat je in je vrije tijd doet als je niets beters te doen hebt of er niets op tv is en waar je vooral niet te veel van mag verwachten. Dichters zijn dromers die te lui zijn om een roman te schrijven en romanciers zijn wereldvreemde armoezaaiers die in hun eigen wereldje leven en waar je verder niet veel mee kan aanvangen.

Dat is echter niet hoe ik mezelf of mijn schrijven zie. Voor mij is schrijven een serieuze zaak, geen veredelde hobby. Het vergt enorm veel van me. Als je mij niet gelooft, daag ik je uit om een boek te schrijven. Zowat iedereen kan dat, maar zeker niet iedereen doet het. Waarom? Omdat het verdomme hard labeur is en je een sterke drive en discipline aan de dag moet leggen om het te realiseren. Omdat je offers moet brengen, keuzes maken, er andere zaken voor laten. En rijk zal je er niet van worden.

Lang voor ik Schrijfbureau Teksttype oprichtte, had ik al een schrijverswebsite, waarop ik mijn werk deelde. Die website bestaat nog steeds en veel potentiële opdrachtgevers komen op die site terecht. Het overgrote deel van mijn opdrachtgevers komt namelijk bij mij via mond-aan-mondreclame. Wanneer je mijn naam googelt, is mijn auteurssite het eerste zoekresultaat. Waarop ze voorbij de gedichten en verhalen scrollen om het contactformulier in te vullen met de vraag of ik geïnteresseerd ben om een traject voor kinderen in een natuurgebied uit te werken of de eindredactie te verzorgen van een rapport van 200 pagina’s over bosbeheer.

Blijkbaar stoort het die mensen helemaal niet dat ik ook heel andere zaken schrijf. En waarom zou dat ook zo moeten zijn? Uiteindelijk toont het enkel maar aan dat ik gepassioneerd met schrijven bezig ben.

Ondertussen schaam ik me niet meer voor mijn schrijverschap. Meer zelfs: ik cultiveer het. Twee jaar geleden zond ik een aantal trouwe opdrachtgevers als eindejaarsgeschenken twee van mijn boeken. Een persoonlijke attentie, die enorm werd gewaardeerd.

“Eigenlijk zou er in elke tekst een beetje poëzie moeten zitten.”

Een opdrachtgever hoeft helemaal niets met mijn boeken te hebben om met mij in zee te gaan, maar als ze er een probleem mee hebben dat ik ook gedichten schrijf, zijn er andere copywriters en communicatiebureaus die misschien beter bij hen passen. Al moet ik je waarschuwen: de kans is groot dat daar ook aspirant-schrijvers werken.

Ik ben nu eenmaal een dichter en romancier, iemand die graag verhalen vertelt, die mensen wil ontroeren en aan het lachen brengen. Ik wil mensen raken. De vorm waarin ik dat doe, is eigenlijk van ondergeschikt belang. Als iedereen er zich maar goed bij voelt, we samen iets moois in de wereld zetten.

Dat doe ik voor mezelf, en dat doe ik voor anderen. De grens tussen beiden is heel dun geworden en dat vind ik helemaal prima.

Om even terug te komen op die opmerking van de opdrachtgever, die de titel van deze blog is geworden: het mag wel poëzie zijn. Eigenlijk zou er in elke tekst een beetje poëzie moeten zitten. Dat zou het leven enkel maar mooier maken, toch?

Oh, en ook nog dit: schaam je nooit voor wie je bent. Als je voor een job of opdracht je ware aard moet verbergen, dan past dat werk gewoonweg niet bij je.

(c) Leen Raats

Een gedachte over “Het moet geen poëzie zijn

Voeg uw reactie toe

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: