Schrijven voor kinderen. Het lijkt veel mensen af te schrikken. Het is dan ook een vak apart, toch?
Ja en neen. Wanneer je een tekst schrijft voor een breed publiek (de spreekwoordelijke Jan en Janine met de pet), moet je sowieso zorgen dat die tekst duidelijk en eenvoudig is, niet langer dan nodig en dat je geen te moeilijke begrippen gebruikt.
Als ik dat laatste tegen opdrachtgevers zeg, worden er weleens wenkbrauwen gefronst. Wellicht omdat ze bang zijn dat mijn teksten te kinderachtig zullen worden. Eenvoudig en duidelijk is echter niet hetzelfde als kinderachtig.
Met deze tips waak jij erover dat je publicatie geschikt is voor kinderen
Onderstaande tips gelden bijna allemaal ook voor teksten voor volwassenen. Bij teksten voor kinderen zijn ze gewoon nog net iets belangrijker.
Gebruik geen of weinig moeilijke woorden. Als er een paar woorden in een tekst staan die het kind niet begrijpt, leidt hij of zij uit de context wel af waarover het gaat. Zo verruim je meteen zijn of haar woordenschat. Mooi! Staat de tekst echter vol met moeilijke begrippen, haakt je jonge lezer af.
Zorg dat je teksten prikkelen, dat ze nieuwsgierigheid opwekken. Zo wordt lezen een plezier.
Laat je tekst sprankelen. Dat wil niet zeggen dat er in elke zin woorden als ‘cool’ en ‘kei’ moeten staan. En je hoeft zeker niet élke zin af te sluiten met een uitroepteken. Dat is iets wat ik vaak zie in teksten voor kinderen! En ik erger mij daaraan! Neen, echt! Alsof je tegen je lezer staat te schreeuwen! Ja, toch?!
Gebruik korte zinnen en bij voorkeur ook korte woorden. Hoe jonger je doelgroep, hoe korter je het best houdt.
Kies voor actieve zinnen. Dus niet: ‘Deze tekst werd geschreven door Leen Raats’, maar wel: ‘Leen Raats schreef deze tekst.’
Gebruik geen bijzinnen. Stop niet te veel informatie in één zin.
Dus niet: ‘Leen Raats, die vaak teksten schrijft voor kinderen, maakte een natuurdoeboek dat Woudapen heet en waarin allerlei opdrachten staan om kinderen naar buiten te krijgen.’
Maar wel: ‘Leen Raats schrijft vaak teksten voor kinderen. Ze maakte ook Woudapen. Dat is een natuurdoeboek. Daarin staan heel wat opdrachten om kinderen naar buiten te krijgen.’
Vermijd spreekwoorden en uitdrukkingen (tenzij je ze uitlegt). Kinderen kennen ze vaak nog niet en nemen alles letterlijk op.
Val met de deur in huis. (Dat zouden kinderen dus al niet begrijpen ;-)). Hou het kort, krachtig en to the point.
Klaar? Lees je teksten een keer luidop voor. Dan merk je meteen of het allemaal kort en duidelijk is. Bijkomend voordeel: zo hoor je ook of je tekst geschikt is om voor te lezen.
En, last but not least: probeer je in te leven in de leefwereld en denkwijze van kinderen. Deze verschilt per leeftijd. Te betuttelend schrijven wekt vooral bij wat oudere kinderen vaak net afkeer op. Het kan helpen om bij het schrijven een kind van dezelfde leeftijd als die waar jij voor schrijft in het achterhoofd te houden.
Of leun lekker achterover…
en laat mij die tekst schrijven terwijl jij koffie drinkt, je weekend plant of sokken breit.