Het is onnoemelijk veel werk. Het duurt maanden voor je het resultaat ziet en aan de buitenwereld kan tonen. Er zijn honderd-en-een dingen waar je aan moet denken – en die je dus kan vergeten. Er zijn knopen om door te hakken, deadlines om te halen en teksten die voor de zeventiende keer moeten worden nagelezen. Heerlijk, toch?
Ik vind van wel. Vorig jaar schreef ik drie non-fictieboeken voor opdrachtgevers. Twee in de hoedanigheid van ghostwriter, een in opdracht van het gemeentebestuur van Hechtel-Eksel. Voor dat laatste werk, een boek over de natuur en landschappen van de gemeente, verzorgde ik de redactie, deed research, praatte met natuur- en erfgoedkenners en volgde het proces van pril idee tot gedrukt boek op. Toen dat boek werd voorgesteld op het gemeentehuis, vroeg de presentator aan de boswachter die mee aan de grondslag van het werk lag om anekdotes te vertellen over zaken die waren misgelopen tijdens het creatieproces. De boswachter kon niets bedenken. ‘Alles is eigenlijk super vlot verlopen,’ zei hij.
Hij had gelijk. Het was een hele karwei om dat boek te maken, maar we hebben het op slechts vier maanden tijd volledig klaargestoomd. Je zou kunnen denken dat dat mijn voornaamste motivatie is: het resultaat van mijn werk. Het tastbare, het concrete. Die blinkende cover, de lofbetuigingen, de cava in hoge glazen. Mijn moment in de schijnwerpers.
Bij mijn ghostwritingprojecten is er echter helemaal geen sprake van schijnwerpers. Mijn naam prijkt niet op de cover, ik word nergens genoemd. Ik krijg het boek thuis toegestuurd of ga incognito naar de boeklancering. En toch geniet ik daar enorm van. Het gaat dus niet om mijn ego. Oef.

Het onmogelijke doen
Natuurlijk is het fijn om het resultaat van maanden hard werk in handen te hebben. Uiteraard word ik gedreven door een sterke drang om dingen in de wereld te zetten, iets na te laten, meerwaarde te creëren. Maar als het resultaat je enige voldoening is, hou je het volgens mij niet vol. Het gaat vooral om het proces zelf, het harde zwoegen, het kneden van teksten, ideeën tot leven zien komen.
Tijdens zo’n project zijn er altijd momenten van interne chaos, van lichte wanhoop. Vaak lijkt het een mission impossible met een deadline die strakker is dan de brilmonturen van Tom Lanoye. En net dat doet mijn hart sneller slaan. Het geeft me iets om volledig voor te gaan, een excuus om al het andere te vergeten, alles wat niet bijdraagt aan het voltooien van die schijnbaar onmogelijke klus af te doen als ruis, een bijkomstigheid. Boeken maken biedt me rust en focus. Een reden om op te staan. Bestaansrecht.
Wat zijn we immers zonder doel, zonder dromen, zonder iets om ons in vast te bijten? Net zoals een goed personage of romanplot hebben we nood aan een eeuwig streven, aan gedrevenheid. Zonder doel zijn we stuurloze bootjes die op een onmetelijk grote oceaan ronddobberen tot we zinken.
It’s always impossible until it’s done.
– Nelson Mandela
De magie van het geschreven woord
Boeken hebben altijd al een sterke aantrekkingskracht op me uitgeoefend. Als kind en jongere verslond ik boeken aan de lopende band. In het weekend las ik in bed tot ik in slaap viel en pakte ’s ochtends de draad weer op, nog voor het ontbijt. Op een gegeven moment was ik lid bij drie bibliotheken. Een daarvan lag op tien kilometer fietsen van mijn ouderlijk huis. Ik vond het heerlijk om op woensdag naar daar te trappen, urenlang tussen de boeken te snuisteren en met een rugzak vol verhalen weer naar huis te fietsen.
Boeken hielpen me door moeilijke tijden, boden troost en houvast waar mensen faalden en voegden magie en diepgang toe aan mijn leven. Wanneer je opgroeit, zijn je fantasie en creativiteit het eerste wat men je wil afnemen. Boeken, kunst en muziek zijn de perfecte medicijnen voor deze wijdverspreide ziekte. Ze gaan de verarming en verenging van onze levens tegen. Ze bieden nieuwe inzichten en een verbreding van onze blik op de wereld.
Dat ik zelf een beetje magie aan de wereld kan toevoegen, iets kan teruggeven voor alles wat boeken me gebracht hebben, dat is toch mooi?
Boeken gaan al snel een eigen leven leiden. Ze worden gekocht, geleend, geschonken. Gelezen door mensen die je niet kent. Ze vinden hun weg naar winkelrekken, salontafels, nachtkastjes en misschien wel naar iemands hart. Af en toe krijg je een opmerking van iemand, of een mailtje of Facebookberichtje, dat je daaraan herinnert. Iemand die je vertelt dat wat jij gemaakt hebt, op de een of andere manier van waarde is voor hem of haar. Het gevoel dat je daardoor krijgt, kan ik met niets vergelijken.
Kortom: boeken creëren is heerlijk én zenuwslopend. Het is altijd een beetje afzien. Maar geldt dat niet voor alle bijzondere dingen in het leven, voor alles wat er écht toedoet?
Boek in de maak? Bekijk dan mijn aanbod aan schrijfcursussen.
Geef een reactie