Je kent ze wel. Die clichébeelden van de arme schrijver op zijn koude, van schimmel vergeven zolderkamer, die in het licht van een stoffige schemerlamp aan zijn roman sleutelt, bij voorkeur met een glas whiskey en een volle asbak langs zich. Of die 19de-eeuwse landschapsschilder die zijn meest recente meesterwerk in zijn Parijse stamkroeg inruilt voor een kom bouillabaisse en een fles absint.
Sommigen schijnen dit soort beelden romantisch te vinden. Ik vind ze schrijnend – net omdat er zoveel waarheid in zit. En schadelijk. Want door kunstenaars en creatieve ondernemers steevast als armoezaaiers af te schilderen, hou je een systeem in stand waarbinnen mensen het normaal vinden dat een ‘echte artiest’ honger lijdt, organisatoren en opdrachtgevers vinden dat je gratis of heel goedkoop moet optreden of werken en je je als creatieveling een beetje vies voelt als je toch geld verdient met je passie. Want je doet het toch zo graag. Volstaat dat op zich niet als ‘vergoeding’?
Tussen kunst en cash
Dat het ook anders kan, daar ben ik van overtuigd. En met mij Maaike van Steenis, een Nederlandse ondernemerscoach die ik al een hele poos volg. Ze schreef een boek dat ik onlangs voor de derde keer las. Ja, de derde keer. Waarom? Omdat ‘Tussen kunst en cash’ me telkens weer weet te begeesteren.
Maaike schrijft dat slechts één op vijf kunstenaars kan leven van dat wat zijn/haar hart sneller doet slaan, maar ze legt ook uit hoe je tot die lucky few kan toetreden. Voor dit boek interviewde Maaike – die al jarenlang trainingen geeft aan creatieve ondernemers – elf succesvolle kunstenaars en bundelde hun verhalen, aangevuld met praktische, onmiddellijk toepasbare tips en tricks.
De verhalen zijn niet enkel leuk om te lezen, ze inspireren ook om zelf beter te doen, de zaken anders aan te pakken. Ze helpen je om te beseffen dat je als kunstenaar gerust ‘commercieel’ mag denken – meer zelfs, dat het een verplichting ten opzichte van jezelf en je fans is om jezelf in de markt te zetten. Hoe denk je anders ooit een publiek te bereiken?
Let wel: dit betekent wel dat je bereid moet zijn om het nodige werk te verzetten. Maaikes boek en tips zijn er voor mensen die bereid zijn om de handen uit de mouwen te steken en het heft in eigen handen te nemen. Maar verwacht niet dat het vanzelf gaat!
Om AC/DC, een van mijn favoriete rockbands, te citeren: It’s a long way to the top if you wanna rock-‘n-roll.
Geld is niet vies
Time is money wil de oneliner, maar ik zou het omdraaien: money is time. Tijd om aan je ambacht te wijden, om datgene te doen waarvoor jij in de wieg bent gelegd. Als je niets of niet veel verdient met je talent, zal je de rekeningen op een andere manier moeten betalen – en dat betekent (véél) minder tijd en energie voor je ambacht. Dus heel wat boeken, kunstwerken, creatieve projecten of geniale songs die nooit het levenslicht zullen zien.
Het betekent ook dat je bij de besteding van je schaarse vrije tijd harde keuzes moet maken tussen je grote passie en zaken zoals je gezin, sociale leven, sport en soms zelfs je gezondheid. Veel artiesten die niets of weinig met hun creatieve werk verdienen, stoppen er dan op een gegeven moment vaak ook helemaal mee. Ze verschrompelen hun kinderdromen als een vodje papier en kieperen ze de vuilbak in. Als je dat niet erg vindt: prima. Maar ik koester mijn dromen liever en geef ze elke dag een beetje voedsel.
Het is volgens mij dus helemaal niet zo gek om geld te verdienen met je grote passie en creatieve bezigheden – het is eerder gek om het niet op z’n minst te proberen.
(c) Leen Raats
Geef een reactie